Een donotário was een persoon, vaak van adel, die een stuk land kreeg van het Koninkrijk van Portugal. De koning stelde deze gerechtigden vrij van normaal koloniaal bestuur. De donatários waren vergelijkbaar met een koninklijke gouverneur of een Engelse Lord Proprietor. De donatário was verplicht om zijn territoria onder bepaalde voorwaarden te besturen: in ruil voor de subsidie ontving hij fiscale immuniteit, maar hij was ook verantwoordelijk voor het bevorderen en vestigen van nieuwe inwoners op zijn grondgebied, het stichten van kerken (in navolging van het katholieke geloof), en hen beschermen tegen aanvallen van piraten en bevordering van landbouw en handel.