António de Noli was een Italiaanse edelman uit Genua, Italië. Door politieke onenigheid vluchtte hij in 1450 samen met zijn broer Bartolomhew naar Portugal. Daar vroegen zij politiek asiel aan, zoals wij dat nu zouden noemen. De Noli was een specialist in cartografie. Daarom ging hij na het ontvangen van het asiel marineverplichtingen aan. De gebroeders de Noli vertrokken in naam van prins Henrique naar de westkust van Afrika om deze in kaart te brengen.
Tijdens een van de reizen ontdekte de gebroeders de Noli het toen nog onbekende eiland Santiago. Hier vestigden zij een nederzetting in Ribeira Grande. In Ribeira Grande (tegenwoordig Cidade Velha) ontstond een mix van Europeaanse en Afrikaanse handelaren en een groep tot slaafgemaakte mensen die werden gedwongen tot arbeid en zelfs verhandeld. De broers richtten ook verschillende suiker- en katoenplantages op. Beweerd wordt dat zij hun rijkdom hier grotendeels aan te danken hebben.
António de Noli werd, met zijn ontdekking van het eiland, door koning Afonso V betiteld als eerste gouverneur van de nieuwe gewonnen kolonie van Portugal: Cabo Verde.