#1 De Bezetting: Santiago

20 oktober 2018
Er gaan verschillende verhalen rond over de ontdekking van Cabo Verde. Enerzijds wordt er gezegd dat voor de komst van de Portugezen, verschillende volkeren en reizigers op Cabo Verde zijn geweest. Anderzijds beweren de Portugezen dat zij het eiland Santiago onbewoond aantroffen en dit dus door hen ontdekt zou zijn. Wat we weten is dat na de kolonisatie door de Portugezen een groep mensen zich permanent vestigden op het eiland Santiago. Vanaf dat moment zijn geschreven documenten opgeslagen om de bevolking en hun zaken op de eilanden bij te houden. Daarom starten wij de bezetting van Santiago en dus het verhaal van Cabo Verde vanaf dit punt.  

1460
Vanaf het jaar 1460 zijn er verschillende documenten te vinden over de komst van Portugese- en Italiaanse ontdekkingsreizigers op Cabo Verde. António de Noli, Diogo Afonso, Diogo Gomes/Dias en Luis de Cadamosto claimen ieder verschillende eilanden te hebben ontdekt. Zij troffen, zoals eerder gezegd, de eilanden verlaten aan. 
In 1462 vestigden de eerste Portugezen zich in Ribeira Grande (tegenwoordig Cidade Velha) op het eiland Santiago. Van hieruit begon de kolonisatie van de archipel. De eerste kolonisten besloten zich te vestigen in het diepe en groene vallei ingebed tussen de bergen. In het vallei was zoetwater en vruchtbare grond te vinden.  Ook lag de plaats dichtbij zee, zodat een haven makkelijk kon worden gebouwd. Dit maakte handel met de buitenwereld mogelijk. Daarnaast bood het vallei de vestigers voldoende bescherming voor aanvallen van buitenaf. Ribeira Grande groeide in aantallen en  in 1533 kreeg het dorp officieel stadsrechten.  

De perfecte tussenstop
Door de geografische ligging was Cabo Verde een strategische, voordelige en belangrijke plek voor de Portugezen. Vanaf de eilanden kon gemakkelijk handel gedreven worden met het vasteland van Afrika. Ook voor missionarissen van het christelijke geloof was Cabo Verde een gunstige standplaats. Zo werd de stad Ribeira Grande het eerste christelijke bisdom in Afrika. Voor schepen die een lange trans-Atlantische reis naar de 'Nieuwe Wereld' of Indië te wachten stonden, was Santiago de perfecte tussenstop om te laden, lossen en de bemanning voor te bereiden voor de zware tocht.  

Privilegekaarten
Toch kreeg de toenmalige koning van Portugal zijn bevolking niet warm voor het nieuw, ontdekte paradijs. Cabo Verde had – anders dan andere Afrikaanse nederzettingen in die tijd – geen specerijen of metalen, het land was droog en bovendien ver verwijderd van het Portugese vasteland. Vandaar dat koning Afonso V in 1466 een koninklijke akte liet opstellen, beter bekend als Carta Régia de 1466 of Carta de privilégios, waarmee hij eenieder die zich vestigde op de eilanden van Cabo Verde de volgende privileges gaf:
  • De vrijheid om handel te drijven met de gehele kust van Guinee, met uitzondering van de handelspost Arguin (een eiland voor de kust van Mauritanië);
  • het recht om alle producten op de markt te brengen, met uitzondering van wapens, gereedschappen, Portugese schepen en uitrusting;
  • de vrijheid om producten te verkopen waar en wanneer zij wilden;
  • het recht om geen belasting aan de kerk te betalen wanneer zij in Portugal handel zouden drijven.
De enige verplichting die de nieuwe bewoners van Cabo Verde kregen, was het betalen van de koninklijke belasting. De impact van de akte was enorm. Verschillende groepen grepen hun kans en verhuisden naar de kustgebieden van Santiago. Voor het eerst in de Portugese geschiedenis ontstond in een door Portugal gekoloniseerd gebied een groep mensen dat uit meer groepen bestond dan de gebruikelijke officieren, plantagehouders en tot slaaf gemaakte mensen op plantages. De akte veroorzaakte een toestroom van matrozen, bakkers, steenhouwers, schoenlappers, slagers, kappers, chirurgen (en meer) van het Portugese vasteland en de westkust van Afrika naar Santiago. En in deze arbeidersklasse mengde de vrije Afrikaanse bevolking zich openlijk met Europeanen.

Een welvarende, kosmopolitische stad
De gespecialiseerde arbeiders gaven het dagelijks leven in Ribeira Grande het karakter van een stedelijke gemeenschap, zoals gewend was in Europa. De bevolking was continu in beweging met de komst en het vertrek van schepen uit verschillende uithoeken van de wereld. Ribeira Grande bevond zich in het gouden tijdperk van haar geschiedenis: een welvarende, kosmopolitische stad midden in de zestiende eeuw.
Naarmate de jaren voorbij gingen, ontstonden conflicten vanwege de privileges die bewoners van Cabo Verde hadden verkregen. Ook bleek dat veel handelaren zich tijdelijk vestigden in Cabo Verde. Dankzij de privileges probeerden de Portugese arbeidersklasse zoveel mogelijk winst te maken om vervolgens terug te keren naar Portugal. Dit zorgde voor een nieuwe akte in 1472 waarmee bewoners van Cabo Verde alleen nog:
  • handel mochten drijven vanaf de regio van Guinee tot Sierra Leone;
  • producten mochten verkopen die geproduceerd waren op de eilanden van Cabo Verde;
  • gebruik mochten maken van eigen schepen;
  • in Santiago hun schepen mochten bewapenen;
  • voor eigen arbeid gebruik mochten maken van tot slaaf gemaakte mensen. Het drijven van handel in tot slaaf gemaakte mensen werd daarmee verboden voor de bewoners van Cabo Verde.
Met deze maatregelen wilde koning Afonso V de inwoners verplichten om op een andere manier gebruik te maken van de archipel en zich te verspreiden over de eilanden. En dat gebeurde bijna meteen. De gevestigde migranten verspreidden zich naar het binnenland van Santiago voor landbouw en veehouderij en bevolkte later de andere eilanden van de archipel.

Share by: