#1 De Bezetting: São Nicolau

nov 17, 2018
São Nicolau kwam, in vergelijking met de andere Barlavento eilanden, al vroeg na de bezetting van Cabo Verde in het vizier. Beweerd wordt dat het eiland in het jaar 1461 op 6 december, de dag van Sint Nicolaas, in het vaarwater verscheen van de Portugese schildknaap Diogo Afonso. Vandaar de naam; São Nicolau. Er werd daarentegen voor het eerst naar het eiland verwezen in een schenkingsbrief van 19 september 1462. De bezetting van São Nicolau doorliep verschillende fasen. Het bergachtig landschap, de moeilijke doorgang tot het eiland en de verschillende keuzes van bestuurders zorgde voor een lange aanloop tot daadwerlijke bezetting van het eiland.

Het uitblijven van ontwikkeling
In de periode van 1498-1614 was het eiland in handen van de graven van Portalegre. São Nicolau diende in deze tijd voornamelijk voor het fokken van vee. En aangezien er geen mensen op het eiland verbleven konden de dieren vrij grazen in de uitgestrekte vruchtbare velden. Deze manier van het houden van vee bracht vele voordelen met zich mee. Het vee was, bijvoorbeeld gezonder en de boeren hadden maar weinig investeringen nodig om de dieren te houden. De vele voordelen zorgden ervoor dat echte nederzettingen in São Nicolau lang op zich lieten wachten. Alleen herders en slachters waren in bepaalde perioden aanwezig.  Ook in de daaropvolgende periode, waarin São Nicolau onder de graaf van Marqueses de Gouveia viel, bleef veehouderij de norm.  

In 1696 kwamen dan toch voorwaarden waarmee permanente vestiging op het eiland mogelijk werd gemaakt. Het was de graven niet gelukt om het eiland met eigen middelen te ontwikkelen. São Nicolau kwam onder het directe bestuur van het Rijk te staan die toen aan de slag ging. Aan het einde van de zeventiende eeuw hadden al wel een kleine groep mensen zich gevestigd op São Nicolau, in Porto da Lapa. Het vissersplaatsje was alleen niet zo veilig. De vele aanvallen van piraten en de zoektocht naar vruchtbaar grond en zoetwater zorgden ervoor dat inwoners van Lapa naar het binnenland trokken. In en rondom het vallei bleek de grond erg vruchtbaar te zijn. Daarnaast stroomde het zoetwater in overvloed uit de bergen. De bewoners zagen het vallei als nieuwe woonplaats die de naam Ribeira Brava kreeg. 

De eerste bewoners...
Nadat een veilige plek gerealiseerd was, trokken de eerste kolonisten naar het eiland. De groep bestond uit mensen van adel, Portugese militairen, Spanjaarden, priesters, boeren en ambachtslieden. Vanzelfsprekend brachten zij tot slaafgemaakte Afrikanen uit de regio van Guinee met zich mee. Ook mestiezen van de eilanden Santiago en Fogo vertrokken naar het nieuw, te ontwikkelen São Nicolau. Nadat de eerste bewoners zich vestigden, nam de belangstelling in het eiland toe. São Nicolau bevond zich immers in het centrum van de archipel en had, anders dan andere toentertijd bezette eilanden, een verkoelend en gezonder klimaat. Het eiland werd een gewilde bestemming en kon in ruim 30 jaar van een eiland met één kleine nederzetting uitgroeien tot een eiland met een dorp van zo'n 2700 bewoners. In 1731 werd Ribeira Brava officieel benoemd tot dorp. Enkele opvallende families die zich op het eiland vestigden, waren de Engelse families Albert Thomas en Estêvão Spencer. 

Van Preguiça tot Queimadas 
Nadat het vallei volledig was bezet, stichtten meerdere families nieuwe dorpen. Een van de eerste dorpen waren Preguiça en Queimadas.  In het vallei van Queimadas werd landbouw en veehouderij net zo belangrijk voor levensonderhoud. Op de opgerichte plantages werden koffie, suikerriet, urzela (een soort mos), purgueira (een soort noot) en katoen verbouwd. Preguiça, een echt vissersdorp, was meer afhankelijk van de zee. Beetje bij beetje werd het gehele westelijk deel van het eiland bewoond met kleine tot middelgrote dorpen. Het oosten van het eiland bleek al gauw minder geschikt voor landbouwactiviteiten. De families die zich hier vestigden leefden geïsoleerder en in grotere afstand van elkaar. 
kanonnen preguiça

De welvaart van het eiland trok vele piratenaanvallen aan. In 1818 werd daarom een fort gebouwd in het plaatsje Preguiça om het eiland te beschermen. Overblijfselen van het fort zijn nog altijd te bewonderen. Helaas drong, door aanhoudende droogtes, de welvaart terug. Veel inwoners maakten toen de oversteek naar Sal of São Vicente. 

Share by: