Quem mostra’b ess’ caminho longe?
Quem mostra’b ess’ caminho longe?
Ess’ caminho pa São Tomé
Sodade Sodade
Sodade dess’ ‘nha terra, São Nicolau
De bovenstaande songtekst is misschien wel de meest bekende morna afkomstig uit Cabo Verde. Vandaag, op 3 december, viert Cabo Verde de nationale dag van de Morna. Deze unieke, Kaapverdische muziekgenre, die gespeeld wordt met akoestische instrumenten, vertelt de verhalen van het Kaapverdisch volk. Naast onderwerpen, zoals de liefde, maakt de morna het vertrek van vele Kaapverdianen naar het buitenland, het verlangen om terug te keren naar huis, het verlies van geliefden, sodade
en de zeeën die getrotseerd worden bespreekbaar.
Morna
Het woord morna heeft geen exacte definitie. Europese talen schrijven het woord toe aan ‘to mourn’, het rouwen. De Kaapverdische componist, Vasco Martins, gelooft dat het woord een veel natuurlijker betekenis heeft. Morna staat voor ''de kalme, langzame en rustgevende melodie die met akoestische instrumenten gecreëerd wordt om alledaagse poëzie uit Cabo Verde te begeleiden''. De morna wordt gezien als het meest nationaal geluid van de archipel. De genre is bekend op alle eilanden van Cabo Verde en wordt door elk bestempeld als een prestigieus, nationaal symbool. De waardering voor morna varieert – vanzelfsprekend – op basis van leeftijd, persoonlijke smaak en de periode van tijd. Maar we kunnen stellen dat de warmte die de morna brengt uniek is en grotendeels bewonderd wordt.
Geschiedenis van morna
De bewondering heeft wellicht te maken met de geschiedenis van morna. Pedro Cardoso, een Kaapverdische schrijver die leefde van 1890-1942, beschreef het geluid als een melodie waarmee de tot slaafgemaakte Afrikanen de bitterheid van het gedwongen vertrek verlichtten en later als volkslied voor de zeevaarders, die de sodade
naar het verre thuisland probeerden te beheersen (Cardoso 1933). De geschiedenis van de morna kan verdeeld worden in verschillende periodes van tijd (Kay 2016).
De periode van Eugénio Tavares
De eerste periode, van 1890 tot 1930, wordt gekenmerkt door de Kaapverdische poëet Eugénio Tavares, afkomstig van het eiland Brava. Ondanks het feit dat de morna langer bestaat, wordt Tavares gezien als dé pionier voor de
romantische
morna. In zijn tijd was morna vooral gericht op verdriet en het sombere leven. Zijn beroemde ‘Força de Cretcheu’
gaf de morna niet alleen een romantische ondertoon, maar bracht ook een podium voor het Kaapverdisch Creools. Daarvoor werd voornamelijk gezongen in het Portugees.
De periode van B. Léza
De tweede periode, van 1930 tot 1960, wordt gelinkt aan B. Léza. Francisco Xavier da Cruz, zoals de componist daadwerkelijk heet, vernieuwde de morna door een ritmische verandering
aan de muzikale structuur te brengen. B. Léza kwam van het eiland São Vicente. In die tijdsperiode had het eiland een groot internationaal karakter. Met name met Brazilië werd veel gehandeld en genetwerkt. Zijn morna kreeg daardoor een Braziliaanse half-toon toegevoegd, wat meer harmonie bracht. Sommige mornas werden zo ritmisch, dat er op gedanst kon worden. Daarmee ontstond een nieuwe genre, de coladeira.
De periode van Manuel d'Novas
In de derde periode, van 1960 tot 1990, werden elektronische instrumenten geïntroduceerd bij het componeren van de morna. Behalve de akoestische gitaar, viool en de cavaquinho, kwam er plaats voor de piano en meer. Daarnaast veranderde het beeld bij morna. Werd de muziekstijl eerst gepresenteerd als een serenade dat ’s nachts tot in de ochtenduren werd gespeeld, gaf deze periode de muziekstijl het imago van ‘populaire muziek voor sociaal protest’. Manuel d'Novas, werd met zijn beroemde morna, Gôte Pintode, gezien als diegene die deze revolutie in gang zette. Één van d'Novas’ kritiek op de veranderingen van zijn tijd was de commercialisering van de morna waarmee de ‘spirit’ van de genre verloren ging.
De periode van Cesária Évora
Na 1990 kreeg de morna internationale bekendheid. Deze vierde periode kan worden bestempeld als het tijdperk van Cesária Évora, onze diva op blote voeten. Het eerste album van Cesária werd in 1988 opgenomen in Frankrijk. Toch duurde het tot vier jaar na de opnames van het album, voordat de zangeres – met name door het nummer Sodade – wereldwijde roem en bekendheid kreeg. Sodade bracht een typisch, verlangend sentiment van de morna waarmee de vele geëmigreerde Kaapverdianen zich konden identificeren. Het was tevens in deze periode dat de muziekstijl voor het eerst door een vrouwelijke performer beïnvloed werd.
En nu verder..
Er wordt gezegd dat alle grote namen van de morna verleden tijd zijn. Denk aan Bana, Ildo Lobo en alle bovengenoemde schrijvers en componisten. Het overlijden van Cesária in december 2011 wordt door velen gezien als het einde van dit stukje folklore van de Kaapverdische identiteit. De waarheid van onze tijd is dat dé poëet of dé componist, die vroeger het bekendst was, minder belangrijk is geworden. We kijken liever naar dé performer.
Tegenwoordig wordt de morna gespeeld vanuit eigen plezier, omdat het deel uitmaakt van de culturele identiteit. Muzikanten overal ter wereld coveren oude mornas om het publiek te vermaken. Er wordt geëxperimenteerd met fusies van morna en jazz, morna en de Portugese fado, zoals de
Beijo de Saudade van Mariza en Tito Paris. We kunnen dit een nieuwe periode van de morna noemen. Wel gaat dit gepaard met ophef. Enerzijds wordt deze nieuwe tijd als een verrijking van de muziekstijl gezien. Anderzijds worden mornafusies gezien als het verlies van de identiteit.
De morna heeft een rijke geschiedenis. De traditionele vorm geeft eerste generatie migranten nog altijd steun wanneer de sodade
toeslaat en zij verlangen om terug te keren naar huis. In Nederland wordt de morna vaak gespeeld als eerbetoon aan overledenen die niet meer zullen terugkeren naar ‘huis’. De morna is een deel van de Kaapverdische culturele identiteit. Zowel in Cabo Verde, als daarbuiten.