Onafhankelijkheid: Pedro Martins

5 juni 2019

Hij was nog maar 16 jaar oud toen hij zich in het geheim voegde bij de PAIGC. Drie jaren later was hij de jongste gevangene van het kamp in Tarrafal, Santiago. Op 1 mei 1974 werd Pedro Martins samen met de andere gevangenen, onder de toejuichende Kaapverdische bevolking, vrijgelaten. Vandaag de dag is hij de president van de Kaapverdische Vereniging van Voormalig Politieke Gevangenen in Tarrafal en werkt hij als architect in de hoofdstad, Praia. Maar, zoals je je kan voorstellen, was het leven van Pedro Martins niet altijd rozengeur en maneschijn.


Op 20 augustus 1970 werd Pedro Martins opgepakt na de aanval op het schip Pérola do Oceano. Het schip verbond de eilanden en Senegal met als doel wapens rond te brengen voor een toekomstige politiek-militaire bezetting in Cabo Verde. Een groep van ongeveer twaalf gewapende mannen probeerde op 20 augustus Pérola do Oceano over te nemen om de mobilisatie tegen te gaan. De aanval mislukte waardoor verschillende belangrijke politieke strijders uit de regio Santa Catarina gevangen werden genomen. Pedro Martins deed zelf niet mee aan de aanval, maar werkte in het geheim aan de mobilisatie van de PAIGC in de binnenlanden van Santiago.


Pedro Martins herinnert zich de dag nog heel goed. Hij vertelt in een interview: ´Per toeval deden we toen net onderzoek naar het strafkamp in Tarrafal, omdat we een gewapende strijd voor de bevrijding van Cabo Verde als realistische optie overwogen´. Geheel toevallig beschouwd Martins zijn gevangenschap niet. ´Ik ben ervan overtuigd dat deze actie in Portugal is gestart zonder medeweten van onze lokale overheid. José Reis Borges van de staatspolitie was een van mijn contactpersonen die eerder was ondervraagd. Toen hij werd gearresteerd, heeft hij onze mensen ingeleverd´.


In eerste instantie werden de mannen gevangen gezet in afwachting van het navolgend proces. Op 24 maart 1971 werden zij uiteindelijk zonder officieel proces, op het bevel van het militaire hof van Cabo Verde, overgeplaatst naar het kamp. ´Het was een marteling´, vervolgt Martins, ´ze wilden dat ik hen vertelde over onze geheime activiteiten in Cabo Verde maar, omdat ik dat weigerde, moet je je voorstellen wat ik meemaakte. We waren zonder proces naar het concentratiekamp in Tarrafal gestuurd. Het was een enorme schok. Deze plek was gepland, ontworpen en gebouwd om mensen te laten lijden´.


Om depressie en isolement tegen te gaan, hielden de meeste mannen zich in het kamp bezig met studeren vertelt Martins. De tijd in het kamp werd gebruikt om elkaar bij te scholen en door te leren. Het was de enige ontsnapping aan de realiteit. De mannen wisten zelfs een WC-radio te ontwikkelen met behulp van een transistor: ´We hoorden alles uit de buitenwereld. Ik luisterde eigenlijk niet rechtstreeks. Er was een gevangene, genaamd Luís Fonseca, die op dat moment verantwoordelijk was voor het radiostation. Hij luisterde ernaar, schreef de informatie zo kort mogelijk op en legde die daar [op de wc] neer. Slechts vier mensen wisten dit. De meest kritieke dag was de dag waarop Amílcar Cabral werd vermoord, omdat we dat niet wilden geloven´.


De vrijlating van alle politici van Tarrafal vond plaats op 1 mei 1974, vijf dagen na de Anjerrevolutie in Portugal. De ex-gevangenen werden door duizenden mensen als helden ontvangen. Voor de mannen was dit een surrealistische gebeurtenis. Dat begon al in de cel. ´We wisten bijna meteen [dankzij de WC-radio] van de staatsgreep, maar konden dit niet uiten. De politiecommissaris die me uit mijn cel haalde, wilde mij geen informatie geven. Later gaf hij de staatsgreep toe en vroeg mij om bescherming. Hij maakte zich zorgen over dingen die gebeurden op andere plaatsen [wraak].´


Martins werd door de verantwoordelijke ambtenaar van de Republiek te midden van de duizenden mensen vrijgelaten: ´Ik stak mijn hand op en schreeuwde: Viva a Independência de Cabo Verde! Viva Amílcar Cabral! en de groep drong het veld binnen. We werden in alle dorpen ontvangen als bevrijders. Toen we aankwamen in Santa Catarina, het centrum van de bevrijdingsstrijd, herinner ik mij mijn vader nog met een megafoon. Hij informeerde de mensen over de opheffing van het concentratiekamp´.


De dagen die daarop volgden waren net zo intens als de vrijlating uit het kamp. Veel tijd om dit te vieren, had Martins niet. Twee dagen na de vrijlating was hij alweer volop bezig met de politieke organisatie van het land. Samen met andere strijders bereidde hij de eerste politieke bijeenkomst van de Kaapverdische geschiedenis voor, welke plaatsvond op 4 mei.


Pedro Martins schreef later een boek over zijn leven en ervaringen in het kamp en tijdens de onafhankelijkheidsstrijd, genaamd Testemunho dum Combatente. Het boek is ook vertaald naar het Engels.

Share by: